Laatste update: 6 maart 2005.
Dubbeldeks interregiomaterieel (ddirm)
DD-IRM mBvk
- Spoorbreedte: 1435 mm.
- Asindeling:
- Fabrikant: 2' + Bo'
- Mechanisch deel: Talbot
- Elektrisch deel: Holec
- Bouwjaar: 1993 - 1995
- Continu vermogen:
- Max. snelheid:
|
- Max. dienstsnelheid:
- Lengte over de buffers: .
- Radstand draaistel:
- Hart op hart draaistellen:
- Middellijn wielen:
- Dienstvaardig gewicht:
- Aantal gebouwd: 162.
- Nog in dienst: 162.
|
Serie-aanduiding:
mBvk: 290 8501
8662 (162 stuks)
Aantal zitplaatsen: 93 tweede klas.
DD-IRM ABv
- Bouwjaar: 1993 - 1995
- Fabrikant: Tabot, De Dietrich (ABv5)
- Rijtuigen: ABv3/4: 380 8001
- Aantal zitplaatsen: ABv3/4: 47 1e klas en 42
2e klas; ABv5: 23 1e klas en 74 2e klas.
- Lengte over de buffers: mm.
- Hart op hart draaistellen: mm.
- Radstand draaistellen: mm.
- Gewicht:
DD-IRM tussenbak IRM-2/3 ABv6
- Bouwjaar: 2000 - 2002
- Fabrikant: Bombardier Aken
- Rijtuigen: ABv6: 915 .... (128 stuks)
- Aantal zitplaatsen: ?? 1e klas en ?? 2e
klas.
- Lengte over de buffers: mm.
- Hart op hart draaistellen: mm.
- Radstand draaistellen: mm.
- Gewicht:
DD-IRM tussenbak IRM-2/3 mBv7
- Bouwjaar: 2000 - 2002
- Fabrikant: Bombardier Aken
- Rijtuigen: mBv7: 920 .... (?? stuks)
- Aantal zitplaatsen: ?? 2e klas.
- Lengte over de buffers: mm.
- Hart op hart draaistellen: mm.
- Radstand draaistellen: mm.
- Continu vermogen:
- Gewicht:
In 1989 is een studie naar de mogelijkheden om te
voorzien in de behoefte aan Interrego-materieel verricht. Dit materieel moest
niet alleen in het huidige tweetreinensysteem als Intercity- en stoptreinkunnen
rijden, maar ook straks in het nieuwe drietreinensysteem als Interregio-trein
kunnen rijden.
Dit leidde tot het ontwerp en bestelling van bovengenoemde rijtuigen. Deze
rijtuigen zullen gekoppeld worden tot 34 driewagen- en 47 vierwagenstellen
in de volgende samenstelling: mBvk + ABv3/4 + mBvk of mBvk + ABv3/4 + ABv5
+ mBvk.
Voor deze treinstellen werd een nieuwe nummerserie geopend: de 8000 serie.
Het tweede cijfer geeft aan of er sprake is van een drie (2 of 3) of een
vier- (4 of 5) wagenstel. De laatste twee cijfers komen overeen met de laatste
twee cijfers van de ABv3/4 en bepalen het volgnummer van het treinstel.
Omdat voor onderhoud uitgegaan wordt van losse rijtuigen die afzonderlijk
uitgewisseld kunnen worden, kan de samenstelling van een treinstel dus gemakkelijk
veranderen. Omdat de koprijtuigen identiek zijn, kunnen ook deze zonder meer
uigewisseld worden, bijvoorbeeld bij schade. Voor de exploitatie wordt echter
uitgegaan van treinstellen. Deze manier van nummeren en omgaan met rijtuigen
wordt ook gebruikt bij de stoptrein-dubbeldekkers (DD-AR).
De kleurstelling is dezelfde als van het huidige Intercity-materieel: geel
met donkerblauwe banen langs de ramen. Op de beide koprijtuigen bevinden zich
LCD-bestemmingsaanwijzers. Het meest opvallend is de verticale lift in een
schacht voor de minibar. Om aan de Intercity-normen te kunnen voldoen moet
er een minibar in de trein aanwezig zijn. Om zowel het boven- als het benedendek
te kunnen bedienen, is een lift noodzakelijk. In de tussenrijtuigen is aan
beide einden een lift aangebracht, in de koprijtuigen slechts aan de kant
van het tussenrijtuig. De liftruimte is alleen toegankelijk voor de minibar
zelf, niet voor de steward(ess).
De tussenwanden en -deuren zijn grotendeels van glas met een kunstopdruk.
Daardoor wordt de trein vrijwel geheel doorzichtig, wat de sociale veiligheid
ten goede komt. De tussendeuren zijn wederom uitgevoerd als klapdeuren, voor
schuifdeuren is vanwege de vormgeving geen plaats. Op de kopwanden van iedere
reizigersafdeling zijn LED-bestemmingaanwijzers aangebracht. Bij de plaatsing
van de stoelen is op een aantal punten afgeweken van de toen gangbare norm
(ICM): de stoelen staan weer tegenover elkaar in plaats van achter elkaar
en er is weer onderscheid gemaakt in beenruimte tussen de 1e en 2e klas.
Een primeur is de volledige airconditioning: hierdoor kunnen er geen ramen
geopend worden.
De helft van de middenloopdraaistellen is voorzien van magneetrem. De toepassing
van draaistroomtechniek maakt het mogelijk elektrodynamisch te remmen (recuperatie),
waarbij de remenergie teruggevoed wordt in de bovenleiding.
De eerste serie had vrij veel last van "doedelzakgeluiden". Dit werd veroorzaakt
door de spoel van de draaistroominstallatie. Door een betere isolatie en
het stijver maken van de spoelconstructie en -ophanging is het geluid tot
een aanvaardbaar niveau teruggebracht.
In 2000 is opdracht gegeven aan Bombardier Aken
(het vroegere Talbot Aken) voor het bouwen van 128 tussenbakken. Met deze
bakken moeten de drietjes en viertjes IRM 1 verlengd worden tot vier- en
zeswagenstellen. Tegelijk werd een bestelling gedaan voor nieuwbouw van 13
vierwagen- en 12 zeswagenstellen.
De tussenbakken vallen vooral op door de aanwezigheid van twee stroomafnemers.
Ook is er ruimte gereserveerd voor elektronische apparatuur die het mogelijk
maakt om met 25.000 volt wisselspanning te rijden (voor op hogesnelheidslijnen,
deze wisselspanning wordt intern omgezet naar 1500 V gelijkspanning). Voorlopig
is deze apparatuur nog niet ingebouwd en wordt deze ruimte gebruikt voor extra
zitplaatsen. Na verlenging zal de stroomafnemer op de kopbakken verdwijnen,
de ruimte wordt niet opgevuld.
Het interieur is lichtelijk gewijzigd; het kunstleer heeft plaats gemaakt
voor stoffen bekleding, de vis-a-vis opstelling van de stoelen heeft plaats
gemaakt voor een coach opstelling. Ook zijn de bagageopeningen wat ruimer
gemaakt en is het glazen toegansdeurtje van balkon naar coupé aanzienlijk
verbreed.
De mBv7 wordt uitsluitend gebruikt in de zesjes. De mBv7 is voorzien van
één motordraaistel. Dit extra motordraaistel was noodzakelijk
om de rem- en rijkarakteristieken van de zesjes gelijk te houden aan de viertjes;
gezien het hogere gewicht.
De verlengde vieren (ex-drieën) zullen worden hernummerd in de serie
9400 en de verlengde zessen (ex vieren) in de serie 8600.