Bo'Bo' + 2'2' + Bo'Bo' (drietjes) |
78692 mm (drietjes)
Bk: 18100 mm; AB 19000 mm (drietjes).
|
Serie-aanduiding:
Tweetjes:
Y0: 2001 - 2015, Y1: 2021 - 2035
Drietjes:
Y1: 2836 - 2880; Y2: 2881 - 2895
Samenstelling:
2001 - 2015: ABk 360 + Bk 361;
2021 - 2035: ABk 362 + Bk 363;
2836 - 2880: Bk 362 + AB 365 + Bk 363;
2881 - 2895: Bk 366 + AB 365 + Bk 367.
Aantal zitplaatsen:
Tweetjes: 1e klas: 32, 2e klas: 112
SpitsPendel: 2e klas: 98, waarvan 62 klapzittingen, 270 staanplaatsen.
Drietjes: 1e klas: 40, 2e klas: 184.
In het begin van de jaren '70 werd het duidelijk
dat plan T en V niet bruikbaar zouden zijn voor de stoptreindiensten in het
westen van het land. De ruimtelijke ontwikkeling leidde tot het ontstaan
van grote stedelijke agglomeraties, waar NS een belangrijke functie zou vervullen
in het voorstadvervoer.
Het voorstadsverkeer, en het daarvoor ingezette materieel, moest aan enkele
eisen voldoen, zals hoge treinfrequentie, korte halte-afstanden, korte reistijden,
grote regelmaat en betrouwbaarheid. Voor dit doel ontwikkelde NS het stadsgewestelijk
materieel (SGM), beter bekend als "Sprinter". Dit materieel wordt gekenmerkt
door ruime in- en uitstapdeuren, hogere aanzetsnelheid en hoge eisen aan
de beremming.
De ruimere deuren en balcons hebben geleid tot een kleinere ruimte tussen
de banken, nl. 165 cm i.p.v. 170 cm. Deze ruimte werd ook in de eerste klas
toegepast, waarbij tevens een 2 + 2 opstelling werd geïntroduceerd.
De besturing van de trein is geautomatiseerd. De machinist stelt door het
indrukken van een knop de gewenste snelheid in, die de trein dan vasthoudt.
De 2014 en 1015 hebben een pulssturinngsinstallatie.
Na een eerste proefserie Y0 van 15 stuks bestelde NS een vervolgserie Y1
van 60 stuks, waarvan er 45 intussen verlengd zijn met een tussenrijtuig.
De vervolgserie kent in tegenstelling tot de 2001 - 2015 weer toiletten, en
overgang tussen de bakken en afgesloten afdelingen.
De toename in het reizigersvervoer was in het begin van de jaren tachtig aanleiding
tot het besluit een drierijtuigtreinstel te ontwikkelen. Dit leidde tot de
bestelling van 15 tweerijtuigtreinstellen en 60 tussenrijtuigen zonder traktie-installatie.
Voor de Zoetermeer- en Hofpleinlein zouden dan nog 30 tweetjes overblijven.
De drie-en werden genummerd 2836 - 2895, waarbij 2881 - 2895 volledig nieuwe
stellen zijn en de 2836 - 2880 de vroegere tweerijtuigstellen 2036 - 2080.
Het middenrijtuig heeft slechts twee balcons, waardoor ruimte is ontstaan
voor 40 eersteklas zitplaatsen en 40 tweedeklas zitplaatsen. De eerste klas
heeft een grotere bankafstand gekregen, nl. 2 meter i.p.v. de 1,65 meter
in de sprinter-2. De ABk bak van de 2836 - 2880 werd omgebouwd tot een Bk.
In 1994 zijn de 2027 en 2029 als proef omgebouwd tot SpitsPendel: van
de 144 normale zitplaatsen verdwenen er 108. Door 62 klapzittingen te installeren
kunnen 98 reizigers zitten. De eerste klas verdween. Het aantal staanplaatsen
steeg van 122 naar 270. Zo kunnen 50% meer reizigers vervoerd worden. De
2027 verscheen op 29-8-1994 met een totaalreclame van het Algemeen Dagblad
in de dienst en werd ingezet op de Hoekse lijn.
Na de proef besloot NS Reizigers de stellen 2001 - 2015 om te bouwen tot
"sta-trein". De stellen zullen worden ingezet op de Hofpleinlijn, Zoetermeerlijn,
Hoekse lijn en op Haarlem - Zandvoort. De ombouw tot "shuttle" vond in het
voorjaar van 1995 plaats, gelijk tijdens revisie. Uiteindelijk zullen de
treinstellen onder de naam CityPendel en StrandPendel op de baan verschijnen.